Bloeddruk

Ik heb er wel eens eerder over geschreven. Ik heb van nature al een vrij korte lont, naar men denkt, weinig zelfbeheersing volgens dan mijn ouders, en een joekel van een temperament. Was ik operazangeres, vond iedereen dat geweldig, maar van een te intelligent wijf die verder niks voorstelt, wordt dat niet gepikt.

Nu, in deze tijd van enge ziekte, en soort van dan weer wel maar toch niet-regels, word ik knettergek. Ik heb mijn eigen redenen om me aan die regels te willen houden, maar inmiddels alleen nog vanwege de impact die corona op mij en vooral mijn werk, kan hebben.
En daarom wil ik ook dat anderen zich er ook aan houden. Althans, in relatie tot mij. Dat maakt eenvoudig boodschappen doen al tot een pure hel. Waar voorheen de markt meestal we een gezellig klein uitje was, is het nu spitsroeden lopen, proberen uit iedereens buurt te blijven en geen praatje maken. En al maak je dat wel, gaat het over die hele bak ellende.

Voor de rest ga ik nergens heen, de Heijn doet de Buuf, gelukkig. Maar ik mis het gewone weggaan, efkes naar de Kringloop, efkes naar het bos met de honden, noem maar op.

Dus de stress wordt steeds erger. Ik kan die normaal nauwelijks hanteren, dat is redelijk inherent aan mijn ziektebeeld, ook nog eens.
Dus krijg ik nu allerlei, goedbedoelde adviezen, hoe ik minder stress moet voelen, rustig moet doen wat al niet.

IK KAN DAT NIET.

Je zegt toch ook niet dat iemand in een rolstoel efkes een eindje moet gaan lopen?

En wat er dan ook nog gebeurt is dat ik ook nog eens extra stress krijg omdat ik dat niet kan. Niet kan opvolgen, zo’n advies. Niet ‘zen’ kan worden.
Ik moet mijn eigen ding doen.

Dat doe ik godverdomme altijd al. Ik run al ruim 16 jaar mijn Konijnenopvang en nu is er het risico dat die roemloos ten onder gaat. En dan al daarover geen stress voelen?

Flikker toch godverdomme op.

Markt

De markt gaat dan op aangepaste wijze steeds wel door, nu we aan de Corona gewend lijken. Kramen staan verder uit elkaar en de eigenaren hebben allerlei oplossingen om mensen anderhalve meter apart te houden bedacht.

Bij het brood heb je een eigen vakje en anderhalve meter achter je. Mijn vakje is precies het plekje waar ik altijd al sta. Volgend vakje staat een wijf.
Schuin vlak achter mij komt een vent staan, typje vetklep, in de 70. Ik vraag of hij weg wil gaan, want dat het zo geen anderhalve meter is, maar volgens hem van wel.
Wijf bemoeit zich er meteen mee, dat die man dat toch niet kan weten, en hoe dan.
Ik wijs aan waar de merktekens ultra-duidelijk zitten maar die kerel zit nog steeds te dicht op mijn lip en ik word hels.
Ik zeg dat hij weg moet gaan, en het wijf krijst dat die man dat toch niet kan weten, en ik van hoezo dan, het is godverdomme nou al 1 maand in het nieuws!? en zij tiert door, ventje lacht zich kapot en ik loop weg. Ik steek over naar de kaaskraam, en Ralf vraagt wat er is en ik moet bekant huilen.
Zo ver is het al; met de stress, dat ik bijna in tranen ben over dit soort dingen.

Ik wil godverdomme niet vermoord worden door één of andere vetklep en een kutwijf op een markt.