Deel 2, het vervolg

Ik belde het bedrijf van ventje en die moesten wel lachen, en zouden het aankaarten. Half uurtje later kwam hij terug met een senior-medewerker die ook al het doucheraampje had gemeten en die er al was toen we weeral eens gerenoveerd werden, en wist van de Konijnen en vroeg hoe het was.

Uiteraard kon er een afspraak worden gemaakt, de volgende morgen zou ventje om 10 terugkomen voor het inmeten. Ventje kwam keurig op tijd en mat alles in, behalve het trapraam, want daar hangt een blauwe glasplaat voor, en die zat in de weg en ik zei pak de ladder, maar dat deed hij niet.

Toen begon hij ineens dat het toch wel jammer was dat ze met zijn 2en terug moesten komen omdat ik de deur dicht had gedaan. Heel jammer, beaamde ik. Hij had bij niemand problemen gehad, alleen hier. En vertelde vervolgens over de mensen waar hij was geweest en die an automutilatie deden en dat dus de psych bij de inmeting was geweest, en anderen die eerst lelijk deden want kamp, maar daarna mocht hij op de BBQ komen, hele levensverhalen en ik wist wie hij bedoelde, en viel om.

Hij had nog een heel kletsverhaal over een ongeluk en dat hij had gerevalideerd vanwege NAH (niet aangeboren hersenletsel) en daar veel mensen had gezien en had geleerd hoe hij moest omgaan met mensen, namelijk door ze net zo te behandelen als je zelf behandeld wil worden.
Ik dacht laat ik eens iets proberen uit te leggen over hoe mijn hoofd werkt, en eindigde met dat ik op bepaalde momenten iets niet kan.

U bedoelt dat u het niet wil, zei hij. Toen zei ik op, echt waar, uiterst beschaafde toon: nu ga je te ver.
Hij schrok zich wild en ging, met zijn mapje, onder zijn arm.

Straattherapeut

Maanden geleden kregen we dan een brief dat de woningbouw niks als nieuwe ruiten en schilders en opmeten en wat al niet ging doen. Ergens ooit zou dat gebeuren, en verdomd, 2 weken geleden komt een heer met een ladder het “badkamerraam” opmeten (het zou beter het bovenmoerdijkse douchecel, genoemd worden, onze riante badkamer.)
O, klaar denk je dan en ooit komt er wel een ruitje.

Maandagochtend gaat dan de bel, en de wasmachine is tegelijk ook verstopt, terwijl er duizend andere dingen moeten. Dus loop ik, ook door verslapen, nog in mijn ochtendjas, want het uur van de zomertijd is nog niet helemaal doorgedrongen.
Een joch met een map. Keurige gelharen, veel te grote voeten, en hij is het bedrijf en komt nu de ramen opmeten.
Ik roep blij dat dat NU niet uitkomt, kan je over een uurtje terugkomen?

Dat kan hij niet. Het moet NU. Nou dat gaat niet, zeur ik. U bent het laatste huis en ik moet alles gemeten hebben en de buurman is er ook nooit.
Weet je, er werken wel eens mensen, die niet op een meetknaapje zitten te wachten, zeik ik, geïrriteerd nu.

Ik ben hier ook al verschillende keren aan de deur geweest, maar er wordt niet opengedaan.
“er wordt niet opengedaan”? Wat wil je daar mee insinueren? En dan daarbij kijk: een brievenbus daar kan je een briefje indoen.
Dat doen wij nooit.

Dus jullie maken geen afspraken, en doen geen kaartje in de bus? Bellen jullie ooit? Nee, want ik mag niet met telefoonnummers over straat.
Ik ben het zat en doe de deur dicht.

Wordt vervolgd

Vergeten

Ik heb dan een broer, of eigenlijk 3 broeren, maar die ene vergeet altijd alles en maakt dubbele afspraken. Vergeet beloftes, vergeet afspraken, alles.
Hij komt er al heel zijn leven mee weg, door de grote truc van Het Mokken.
Verwijt hem een verbroken belofte, hij wordt kwaad en gaat mokken. Spreek hem aan op een niet nagekomen afspraak, hij gaat mokken.
En mensen die mokken moeten weer gepaaid worden, zo gaat dat in zijn soort wereld, en zo kom je overal mee weg.

Ik heb ook wel vriendinnen gehad die alles vergaten, en na een tijdje houd ik dat niet meer vol. Ook eeentje, die heel blij alles vergeet, gooit het op de ADHD en hopsa! Het vervelende is wel, dat ik dan steeds een probleem had, of 100 keer moest vragen of ze het wilde doen. En dan ging het om iets praktisch wat ik zelf niet (goed) kon, en dan ben je dus helemaal de sjaak.

Ik heb daar zo geen zin meer in. Het is gewoon onvolwassen, stom puberaal gedrag. Zeker dat fucking mokken, maar ook je ADHD ertegenaan gooien als excuus. Me dunkt als je daar van bewust bent, dat je dan probeert er iets mee te doen, of om te beginnen nooit meer iets afspreekt.

Ik ben dan wel van plan om broer Bee met zijn verjaardag wat koffiemokken te sturen, met nog vele jaren mokplezier derop.

Dooie Oom

Facebook heeft soms nut, ik kwam erachter dat (ik denk) mijn laatste oom dood is. Ik meen dat er nu nog 2 afgrijselijke tantes zijn, de weduwe van deze en een andere die mijn vader beschuldigde van nazipraktijken terwijl het kreng van amper na of in de oorlog is, dus niks weet.

Maar de dooie oom was dus 1 van de incesters in die familie. Mijn moeders familie waren alleen zussen en 1 broer die diep “zwakzinnig” was. Op 2 na zijn al die zussen dus met kwallen getrouwd. Van die jolige mannen met enge losse handjes, en 1 had dan wel geen losse handjes maar was gewoon een homofobe klootzak en gelukkig dement geworden, zodat zijn zoon eindelijk uit de kast kon komen.

Toen mijn tante in het ziekenhuis lag na de 3e bevalling, was het aan mij, 15 jarige, bij hun, op de 2 andere te passen. Op zichzelf ging dat goed, ik deed dat vaker, als ze naar een feestje gingen ofzo. Die 2 kindjes waren leuk.

Maar toen kwam er een avond, mijn oom ging in de douche en of ik even meeging om zijn haar te wassen, samen in de douche. Ik zei nee. Dat ik niet zo flauw moest doen, en preuts en ik zei Nee. Ik hield mijn tranen binnen en mijn smoel op neutraal. Doe niet zo chagrijnig en kom nou mee. Nee. Uiteindelijk deed hij dan een zwembroek aan, en moest ik dan zijn haar wassen, op de drempel met al mijn kleertjes nog aan. Hij zal zich daarna dan wel afgerukt hebben.

Het ergste was, dat ze me het niet lieten vergeten. Waar iedereen bij was, werd dit als hilarisch verhaal verteld. Hoe flauw ik was. Ik had per ongeluk ook een schoon maandverband in hun plee laten liggen, en dat was helemaal hilarisch. “Als het een vuile was geweest, had ik hem op een gebaksbordje opgediend, ” riep incest-Dick.
Mijn moeder lachte dan mee, mijn vader was geshockeerd en deed niks, en ik ging er vandoor.

Gelukkig ben ik altijd en nog, goed in tranen inslikken en angst en verdriet om te zetten in woede.

Social media

Het was leuk, een hele tijd, Twitter en FB enzo, zelfs Mastodon is al op het randje. Wat je bij Twitter en inmiddels ook Mastodon ziet, zijn een enorme club zelfbenoemde experts, die mega-irritant zijn, maar ook erg veel journalisten en alles, die zich onder rapalje begeven, maar alleen met elkaar interactie doen. En uiteindelijk is het dan aldoor dezelfde inteelt kliek, moedigen ze elkaar aan, sabelen ze anderen neer, en dat blijft maar doorgaan.

Vaak veel fophef om niks, alleen maar om hun meningen te blaten en dan verder een leegheid.Hoe reselijk al die arme mensen, en dan gaan ze liefdadig doen met halfbedorven vretens, ouwe koleren, en vooral veel tips en dan dankbaarheid verwachten.

Op FB is ook zelfbenoemde experts maar die kan je makkelijker mijden, of gewoon uit je vriendenkring smijten.
Maar, een beetje sorry dat ik het zeg, ik ben ook de lieve plaatjes en de mooie foto’s beu. En al die fucking cultuur. Althans, die cultuur waar alleman dan weer een mening over moet hebben, die vervloekte meningen. En in de comments gaat het dan altijd over ik, ik, ik, alsof iemand dat een hol kan schelen.

Bij de zielige dierenpagina’s ook, I donated! I donated more!! I hartje alles!! O, the good god blablablabla.

Ik donateerde ook en houd daar verder mijn smoel over: doe wel en zie niet om, en moei niet met hoe men het besteedt.

Ik vindt het leuk om te lezen waar mensen mee bezig zijn, waarom en hoe. En dan niet alleen een stome duim deronder maar juist in de comments nog erover doorpraten op een mooie manier, zonder weeral zo’n trol, die je bij een ander niet mag afzeiken, want je bent visite.

(Ik was aan het fucking dit en dat op Mastodon en toen zei zo’n zeverkut met stokkenarmpje: Je bent hier niet op Twitter! Fucking stinkkut)

Liefde

Fascinerend is vooral, als je je hier ziedend, laaiend over maakt,er hier of op Twitter, er altijd minstens 1 persoon is die dan meteen zeikt of je zelf zo’n kind in huis zou nemen. Als je Nee zou antwoorden, ben je af.
Als je dus ergens kwaad over wordt, moet JIJ het veranderen, anders smoel dicht.

Terzijde: ik ben ooit de procedure ingegaan om een vluchtelingjoch als pleegkind te nemen, maar destijds als alleenstaande vrouw, vond men dat geen goed idee.
Maar dit is niet eens ter verdediging, maar ter verduidelijking.

Het is niet eens een denkfout te noemen. Het is allereerst manipulatie van de eerste orde, en derhalve al razendmakend: men probeert jouw in je hemd te zetten, want jij zou wel kwaad worden, maar je niet in willen zetten, en veegt meteen hun eigen straatje schoon, door welke oplossing dan ook, buiten hunzelf te leggen.
Verder zijn de meeste van dergelijke commenters geil op bergen aandacht, en laten zich dan uitleggen Hoe Het Zit, en alles bereikt een soort consensus, en Alles is Weer Liefde. En niemand mag boos op de Ander zijn, want De Ander bedoelt het niet zo.

En dat is wel een denkfout. De Ander bedoelt het namelijk wél zo. Anders was het niet zo’n teringzooi.

Dat het blijft schuren, detail.
Dat dergelijke commentaren blijven opduiken, detail.
Consensus, dat is het toverwoord. dat dat wat onder dat tapijt steeds een grotere berg wordt, detail.

Alles is Liefde.

Bloeddruk

Ik heb er wel eens eerder over geschreven. Ik heb van nature al een vrij korte lont, naar men denkt, weinig zelfbeheersing volgens dan mijn ouders, en een joekel van een temperament. Was ik operazangeres, vond iedereen dat geweldig, maar van een te intelligent wijf die verder niks voorstelt, wordt dat niet gepikt.

Nu, in deze tijd van enge ziekte, en soort van dan weer wel maar toch niet-regels, word ik knettergek. Ik heb mijn eigen redenen om me aan die regels te willen houden, maar inmiddels alleen nog vanwege de impact die corona op mij en vooral mijn werk, kan hebben.
En daarom wil ik ook dat anderen zich er ook aan houden. Althans, in relatie tot mij. Dat maakt eenvoudig boodschappen doen al tot een pure hel. Waar voorheen de markt meestal we een gezellig klein uitje was, is het nu spitsroeden lopen, proberen uit iedereens buurt te blijven en geen praatje maken. En al maak je dat wel, gaat het over die hele bak ellende.

Voor de rest ga ik nergens heen, de Heijn doet de Buuf, gelukkig. Maar ik mis het gewone weggaan, efkes naar de Kringloop, efkes naar het bos met de honden, noem maar op.

Dus de stress wordt steeds erger. Ik kan die normaal nauwelijks hanteren, dat is redelijk inherent aan mijn ziektebeeld, ook nog eens.
Dus krijg ik nu allerlei, goedbedoelde adviezen, hoe ik minder stress moet voelen, rustig moet doen wat al niet.

IK KAN DAT NIET.

Je zegt toch ook niet dat iemand in een rolstoel efkes een eindje moet gaan lopen?

En wat er dan ook nog gebeurt is dat ik ook nog eens extra stress krijg omdat ik dat niet kan. Niet kan opvolgen, zo’n advies. Niet ‘zen’ kan worden.
Ik moet mijn eigen ding doen.

Dat doe ik godverdomme altijd al. Ik run al ruim 16 jaar mijn Konijnenopvang en nu is er het risico dat die roemloos ten onder gaat. En dan al daarover geen stress voelen?

Flikker toch godverdomme op.

Markt

De markt gaat dan op aangepaste wijze steeds wel door, nu we aan de Corona gewend lijken. Kramen staan verder uit elkaar en de eigenaren hebben allerlei oplossingen om mensen anderhalve meter apart te houden bedacht.

Bij het brood heb je een eigen vakje en anderhalve meter achter je. Mijn vakje is precies het plekje waar ik altijd al sta. Volgend vakje staat een wijf.
Schuin vlak achter mij komt een vent staan, typje vetklep, in de 70. Ik vraag of hij weg wil gaan, want dat het zo geen anderhalve meter is, maar volgens hem van wel.
Wijf bemoeit zich er meteen mee, dat die man dat toch niet kan weten, en hoe dan.
Ik wijs aan waar de merktekens ultra-duidelijk zitten maar die kerel zit nog steeds te dicht op mijn lip en ik word hels.
Ik zeg dat hij weg moet gaan, en het wijf krijst dat die man dat toch niet kan weten, en ik van hoezo dan, het is godverdomme nou al 1 maand in het nieuws!? en zij tiert door, ventje lacht zich kapot en ik loop weg. Ik steek over naar de kaaskraam, en Ralf vraagt wat er is en ik moet bekant huilen.
Zo ver is het al; met de stress, dat ik bijna in tranen ben over dit soort dingen.

Ik wil godverdomme niet vermoord worden door één of andere vetklep en een kutwijf op een markt.

Gek

Toeneerst, toen we van de anti-psychiatrie ineens allemaal normaal moesten zijn, was er ook ooit zo’n postercampagne met een nepspiegel erin dat het vroeg:
Ooit een normaal mens gezien? En, beviel het?
Dat was dan dat we allemaal gek of normaal waren.
Nu zeggen mensen het vaak ook als ik zeg ik gek ben.
“Ach, maar wat is gek?” zeggen ze dan.
En beginnen snel over iets anders, want stel dat je zomaar antwoord op retorische vragen gaat geven, dat wil niemand. (Wollt Ihr die totalen Krieg? (of is het ‘den’?))

Nu koketteert iedereen er dus lustig op los met gek zijn, wat ik al schreef.

Het blijft me irriteren daarom zeik ik erover door. Als gek zijnde krijg je van de gewone mensen altijd alleen maar lulkoek of domme vragne om je oren. Vragen hoe een paniek- of angstaanval dan voelt.
Leg je het uit met een voorbeeld dat je denkt dat ze kunnen begrijpen, dan wordt het snel gebagatelliseerd, of zijn zullie ook wel eens bang, maar daar moet je overheen stappen.
Dat anti-depressiva wél werken, kan niet, in hun krant stond dat het placebo-effect is, dus je lkaat je voor de gek houden, en gek verklaren.
(Ik zwijg even over de oeverloze zeik die een depressie patiënt krijgt)

Hoe het voelt dat je aldoor en altijd en eeuwig bang bent dat iemand je in de steek laat. Hoe je daar mee probeert om te gaan door steeds opnieuw uit t proberen of iemand je éch niet in de steek laat, die er dan vervolgens, volkomen begrijpelijk, gillend vandoor gaat, en jij je gelijk weeral hebt: ze laten me in de steek.
En vertel me godverdomme nou niet hoe ik dat moet oplossen, of hoe ik daar mee om moet gaan. En ook niet dat jij me nie in de steek laat, want die garantie is er niet.

Het is gewoon de hel.
Gewoon.
De Hel, zoals gewoonlijk, de anderen.

Kassa

Er waren 4 kassa’s open, en ik sloot aan bij eentje, die na mij dichtging. Het meisje, echt zo’n kindje nog, met pukkeltjeslittekens, vroeg of ik dat gesloten bordje achter mijn zooi op de band wou zetten, wat fijn is, want dan je rustig doen.
Een teamleider had net gezegd dat zij mocht gaan eten en een andere moest dan even snel de mandjes doen en er ging meteen een andere kassa open.
Onder het piepen van mijn zooi, joeg het meisje heel beleefd een paar andere mensen naar de kassa ernaast, die dus net open was.
Toen kwam die vent dus. Hij haalde het bordje weg, en pleurde zijn boodschappen op de band. Ik keek hem aan, en hij begon dus al te tieren, over wat ik wel niet dacht.
Dus ik vroeg of hij dat meisje niet gunde dat ze (eindelijk) kon gaan eten.
Daar had hij niks mee te maken, zijn spullen lagen er en ze had ze maar aan te slaan, werken moest ze.
Het meisje wist niet waar ze het zoeken moest, het ging van zijn kant uit nogal op volume, en uw Chiep werd hels.
En begon te zuigen. Dat die kassa ernaast open was gegaan, en anderen daar ook naar toe waren gegaan, allemaal op dat vieze, bekakte toontje.
Wat of ik dacht en of ik daar soms werkte en wie denk je dat je bent.
Ik had nog zo’n tusseninleg houtje in mijn hand, en bleef hem aanstaren.
Wat of ik daar stom stond te staren, en leg dat houtje neer, en hij greep ernaar.
Meneer, als u nu eerst eens uw handen thuis houdt. En ik greep mijn foontje.
Ondertussen stond er dus zo’n 20 man te kijken, slopen allerlei Heijn jongens dichterbij, en werd ik helser en helser. Het kassameisje was verdwenen, dus ik kon niet betal;en, en leuker nog, niemand kon zijn boodschappen aanslaan.
Ik begon hem te filmen, dat lukte niet meteen, maar hij tierde of ik foto’s maakte, en daarop zei ik dus van die 112 bellen.
Daarna zei ik iets over het geweld wat hij gebruikte en toen ging hij helemaal uit zijn dak.
Uiteindelijk was hij omsingeld door Heijn jongens en een meisje, en ging een soort van weg, zonder zijn boodschappen.
Alle Heijnen vroegen of ik ok was, want ik stond letterlijk te trillen van woede en zelfbeheersing. De rijen keken hun ogen uit, maar niemand had een foontje paraat.
Hij kam weer terug en dreigde me van alle kanten en toen hield ik heel even mijn smoel.
De Heijnjongens begeleidden hem naar buiten. Even later liepen ze mee naar de auto, en hebben gewacht tot ik wegreed.
O, en ze vonden het geweldig dat ik het zo voor hun collegaatje opgenomen had.