Straattherapeut

Maanden geleden kregen we dan een brief dat de woningbouw niks als nieuwe ruiten en schilders en opmeten en wat al niet ging doen. Ergens ooit zou dat gebeuren, en verdomd, 2 weken geleden komt een heer met een ladder het “badkamerraam” opmeten (het zou beter het bovenmoerdijkse douchecel, genoemd worden, onze riante badkamer.)
O, klaar denk je dan en ooit komt er wel een ruitje.

Maandagochtend gaat dan de bel, en de wasmachine is tegelijk ook verstopt, terwijl er duizend andere dingen moeten. Dus loop ik, ook door verslapen, nog in mijn ochtendjas, want het uur van de zomertijd is nog niet helemaal doorgedrongen.
Een joch met een map. Keurige gelharen, veel te grote voeten, en hij is het bedrijf en komt nu de ramen opmeten.
Ik roep blij dat dat NU niet uitkomt, kan je over een uurtje terugkomen?

Dat kan hij niet. Het moet NU. Nou dat gaat niet, zeur ik. U bent het laatste huis en ik moet alles gemeten hebben en de buurman is er ook nooit.
Weet je, er werken wel eens mensen, die niet op een meetknaapje zitten te wachten, zeik ik, geïrriteerd nu.

Ik ben hier ook al verschillende keren aan de deur geweest, maar er wordt niet opengedaan.
“er wordt niet opengedaan”? Wat wil je daar mee insinueren? En dan daarbij kijk: een brievenbus daar kan je een briefje indoen.
Dat doen wij nooit.

Dus jullie maken geen afspraken, en doen geen kaartje in de bus? Bellen jullie ooit? Nee, want ik mag niet met telefoonnummers over straat.
Ik ben het zat en doe de deur dicht.

Wordt vervolgd

Stokkenarmpjes

Ik moest dan naar dat ziekenhuis voor controle, en daar hebben ze bedacht dat je je kan aanmelden aan “zuilen” en dan gaat alles sneller want bij de orthopeed hoef je nog maar aan 1 andere zuil te melden en dan begint het lange wachten, gewoon.
Voorheen kon je beneden gewoon doorlopen, maar efficiency is our middle names, en bij het Maxima hebben ze het ook, en dat is langs ASML, die liefst willen dat het daar weggaat voor hun grondverslindende chips.

Ik loop naar binnen, beetje wazig kijkend waar een zuil vrij is, en meteen komt er een mevrouw op me af. Een zuilenvrijwilligster, die aan de mensen moet uitleggen Hoe Het Moet.
“Kijk, daar moet u zijn,”lispelt ze.
Ik zeg beschaafd dat ik het al weet en alles maar ze lispelt met me mee om over mijn schouder te willen kijken wie ik ben en waarom en wat er loos is. En ondertussen maar lispelen.En dan zie ik het.

Stokkenarmpjes.

Ik word achtervolgd door stokkenarmpjes. Overal zijn ze, en overal lispelen ze. Ze doen dan dientbaar, en behulpzaam, en vermoedelijk zit er thuis een dikke, bierdrinkende man, die de armpjes het liefst, KRAK!, door de midden wil breken, maar hij is uitgeblust door het gelispel.
En door de dienstbaarheid, natuurlijk.

Alleen

Zit ik nog verschrikkelijk te kloten met dat WordPress en de layout dus als een expert zich geroepen voelt, mij met lieve stem te begeleiden hierin, ben ik ultiem dankbaar.

Hier

Ik heb mijn Twitter account gedeactiveerd en over een paar dagen is het voorgoed weg. Facebook houd ik aan, maar ga er niet meer posten. De enige soc.media die ik nog doe is dan Mastodon, en voor de rest, de tering.

Liefde

Fascinerend is vooral, als je je hier ziedend, laaiend over maakt,er hier of op Twitter, er altijd minstens 1 persoon is die dan meteen zeikt of je zelf zo’n kind in huis zou nemen. Als je Nee zou antwoorden, ben je af.
Als je dus ergens kwaad over wordt, moet JIJ het veranderen, anders smoel dicht.

Terzijde: ik ben ooit de procedure ingegaan om een vluchtelingjoch als pleegkind te nemen, maar destijds als alleenstaande vrouw, vond men dat geen goed idee.
Maar dit is niet eens ter verdediging, maar ter verduidelijking.

Het is niet eens een denkfout te noemen. Het is allereerst manipulatie van de eerste orde, en derhalve al razendmakend: men probeert jouw in je hemd te zetten, want jij zou wel kwaad worden, maar je niet in willen zetten, en veegt meteen hun eigen straatje schoon, door welke oplossing dan ook, buiten hunzelf te leggen.
Verder zijn de meeste van dergelijke commenters geil op bergen aandacht, en laten zich dan uitleggen Hoe Het Zit, en alles bereikt een soort consensus, en Alles is Weer Liefde. En niemand mag boos op de Ander zijn, want De Ander bedoelt het niet zo.

En dat is wel een denkfout. De Ander bedoelt het namelijk wél zo. Anders was het niet zo’n teringzooi.

Dat het blijft schuren, detail.
Dat dergelijke commentaren blijven opduiken, detail.
Consensus, dat is het toverwoord. dat dat wat onder dat tapijt steeds een grotere berg wordt, detail.

Alles is Liefde.

Kwaad

Het lugubere is, als iemand vraagt: ben je kwaad? je daar bijna geen antwoord op kan geven. Als je probeert neutraal Nee te zeggen, dan ben je kortaf, dus kwaad. Als je zegt, Nee, hoezo? krijg je een uitleg dat je kwaad bent, dan wel lijkt en word je zo kwaad doordat gemanipuleer dat je alsnog kwaad wordt, en erop wilt slaan en zie je nou wel.
Antwoorden als: nee, geïrriteerd, of nee, nijdig, of nee, niks eigenlijk, alles zal naar die kwaadheid toe gemanipuleerd worden, want die persoon vraagt niet of je kwaad bent, nee, die vraagt, of eigenlijk zegt, je bent kwaad op mij en dat mag niet en nou kwets je me heel erg en ik bedoelde het goed en hoe durf je mij, een arm Konijntje te trappen en je kan dit nooit meer goed maken.

Dus om heel dergelijke zeik niet mee te hoeven maken, kan je beter je smoel houden.
O, maar wacht.

Je bent stil, ben je kwaad?

Jas ( een jaar geleden)

Buuf Esther Bijlsma heur rits van heur jas en de rits van mijn peignoir (zwart namaakfluweel, wat eigenlijk, o, ja, velours heet) waren kapot. De jassen zelf waren nog intact, en uw Chiepje is niet van zinloos weggooien, maar door die tievushand kan ik veel niet meer, maar er is een repair café, tegenwoordig. En Kira had op dag 2 al de stofzuiger gemold (Cat and Dog!) dus de ritsen eruit getornd, wat lukte en met de hele zooi naar dat café heen, wat gewoon in Het Goed zit.

Allerlei mensen voor mij, ieman met een cassetterecordertje waarmee ik vroegah liedjes van piratenzender veronica opnam (don’t cry for me Argentina), maar bandjes en niet gedigitaliseerd.

Ik was aan de beurt bij de naaimevroi. Een tanig mensje met stokkenarmpjes en een pruimenbekje. Ik liet Buufs jas en de rits zien, en er waren allerlei bezwaren, want door de drukknopen kon je de rits er niet meer tussen werken, want die lieve chinese meisjes hadden eerst rits en toen drukkers gedaan (en hopelijk toen geld gekregen en gaan slapen) en er hingen nog draadsjesj aan van het tornen, fluisterde ze.
Ik legde 17 keer uit dat het een werkjas was, dus het niet om het mooi ging maar om het dichtkunnen. Ze greep me intiem bij mijn spekbiceps met heur tanige barbiehandje, en trok me naar zich toe, en lispelde:
“maar ik wil u toch ook even sjeggen dat deze jasj heel viesj is.”

Toen wou ik die stokkenarmpjes en dat stokkennekje door de midden breken en gillend die uitgetornde rits om haar keel draaien en alles met mandarijnen bekogelen. Ik heb hard geslikt en de jas in de tas gedaan voor een zogenaamde wasbeurt (die die al gehad had), en ik ga het GODVERDOMME zelf wel doen

Mannen

Vroeger wou ik graag verkering. Met een man. Of dan eerst met een jongen natuurlijk. Maar ja, ik was niet mooi genoeg, niet lief genoeg, te slim, wat al niet. Later kwamen er wel, maar het bleef nooit plakken. Er waren ook wel leukerds bij, hoor.

Nu ben ik 59, en die jongens van toen zijn dus 63 en ouder. En het gros zijn moraliserende ouwe zeikers geworden.
Net mijn vader. Mijn uitleggen dat de wereld ingewikkelder in elkaar zit, dat het niet wit en zwart is, maar alles kapot nuanceren.
Zelden of nooit echt stellig nemend maar wel voortdurend kritiek leverend. Mijn vader deed het, volgens hem dan, om onze meningen te scherpen en te zorgen dat we met verstand discuzeurden, maar de ouwe zeikstralen doen het alleen maar voor hun stompzinnige egootjes.
Ik kom er zo diversen steeds tegen in de FB comments bij anderen. denken dat ik een wichtje van 13 ben, wat juist door hun even op heur puntjes gewezen moet worden, en als ze niet luisteren wil, moet ze maar voelen.
Nooit naar de eventuele inhoud kijkend, maar mij vertellen dat ik door moet denken over hun inhoud.
Nou, mopjes, over een windbuilleegte ben je heel snel uitgedacht.

Emotie-vampiers

Dat ik altijd zo hulpeloos woedend word, als ik een probleem heb en iemand er haar probleem van maakt, en het en passant ook opblaast. Emotioneel voel ik me dan steeds in de kou staan.
Kyra viel, in haar opvatting terecht, iemand aan bij de hondenschool. (Kerel kwam ineens uit het donker het schelverlichte terrein op) Ze werd geschopt, en toen ik haar te pakken had, heb ik haar meteen in de auto gezet. Ik had al paar keer advies gevraagd over haar (vermeende) agressie, maar alleen hulpeloosheid gekregen.
Ik was zwaar over de zeik van alle ellende tegelijk, had ze doorgebeten? (bleek van niet) , ze was geschopt, en hoe moet dat nou verder en ik wou keihard huilen maar de hondenschool moest harder huilen, “want ik weet het ook niet meer” en “het is allemaal zo vreselijk en mijn hond had binnen gepoept”, en daar sta je dan met je achterlijke harses.
Omdat het een vriendin wás, heb ik vervolgens haar getroost, en ben naar huis gereden.
Het is zo verneukeratief en zo woedend makend, mensen die met MIJN emoties op de loop gaan, en ik blijf met dikke kelen van woede en verdriet zitten en dan maar naar de psychiater heen weeral.
Dus wel heb ik haar gisteren een pismail gestuurd en de vriendschap, dus een vlees- en bloedvriendschap van een jaar of 30, beëindigd. Ook daar kreeg ik alleen maar een huilantwoord op, dus toen heb ik nog de tievus gewenst.
En wie is dus het grootste kreng?
Precies, uw eigen Chiepje.

Handvat

Ik was even naar de Heijn, ‘s morgens, want dan zijn wij (half) invaliden nog een beetje minder ongewenst zijn dan tijdens de rest van de dag. Bij de appelflppen hangen van die rottige plastic zakjes om ze in te doen. Voorheen met friemeltouwtjes, nu met een soort handvatjes.
Ik godver 2 flappen in dat kolerenzakje en vraag de mevroi achter de broodbalie of zij het dicht wil maken.
Ik probeer het over een immense afstand aan te reiken, met links, en dat lukt niet goed en ze raakt geïrriteerd.

“Mevrouw, die 2 handvatjes zijn om het zakje mee dicht te knopen.”
Ja, maar dat kán ik dus niet. En ze zeggen hier altijd dat je het gewoon moet vragen, als je het niet kan.
“Ja, en dan geven we dus gewoon antwoord.”
ik laat haar mijn kromme klauw zien en zeg uiterst lieftallig: ja, en dan krijg je soms onverwachte antwoorden weer terug, hè.

Ik douw haar niet met haar hoerige tievussmoel door de broodsnijmachine, maar dat was omdat ik met Buuf gauw flapjes wilde gaan eten onder het senseomoment.